Wist je dat de ontwikkeling van de borst al begint in de baarmoeder? Als je ongeboren baby tussen de 4 en 7 weken is, ontstaan er zogenaamde melklijsten, die zich in het gedeelte van het borstgebied zullen ontwikkelen tot melkkanaaltjes en melkklieren. In hele uitzonderlijke gevallen komt er bij baby’tjes vocht uit de tepels, dit kan bij zowel jongetjes als meisjes voorkomen. Het ontstaat door de hormonen van de moeder, het vocht is onschuldig en komt uit deze melklijsten, het wordt ook wel ‘heksenmelk’ genoemd.
Later in de ontwikkeling vormen de tepel en het tepelhof, maar de melkklieren blijven inactief tot aan de puberteit.
Ongeveer 2 jaar voordat een meisje zal beginnen met menstrueren ontwikkelen de borsten zich en beginnen ze te groeien. Tijdens elke cyclus groeien de borsten beetje bij beetje, waarbij de meeste groei plaatsvindt tijdens de puberteit. Wist je dat je borsten tot ongeveer het 35e levensjaar kunnen groeien?
De borst is echter pas volledig ontwikkeld zodra een vrouw bevallen is: de borst gaat dan melk produceren. Zie hieronder uit welke onderdelen de borst bestaat.
Een melkklier is eigenlijk klierweefsel dat melk produceert en transporteert. Spiercellen brengen deze melk daarna in de melkkanaaltjes. Deze melkkanaaltjes lopen vervolgens door in grotere melkgangen, die op hun beurt weer leiden naar (ongeveer 5 à 10) uitgangen in de tepel, waar de melk vervolgens uit de borst komt. De structuur van een borst lijkt een beetje op een boom (net als de placenta, maar daarover in een andere blog meer). Je kunt de melkklieren zien als een soort blaadjes, en de melkkanaaltjes als takken.
Als we dieper kijken, zien we dat de borst bestaat uit een aantal lobben, en iedere lob bestaat weer uit een zogenaamde hoofdmelkgang. Deze vertakt in meerdere kleine melkkanaaltjes, die zoals we eerder zagen uitmonden in melkklieren. De lobben zijn onderling ook verbonden door kleinere melkgangen. Iedere vrouw heeft ongeveer tussen de 7 à 10 lobben per borst.
De tepelhof is het donkerdere deel rondom de tepel. De tepelhof heeft verschillende functies: zo bevat het veel haarvaten onder de huid, die het bloed naar de tepel vervoeren. In de tepelhof zitten ook talgklieren, deze zorgen ervoor dat de huid zacht blijft en heeft ook een beschermende functie. Verder bestaat de tepelhof nog uit zweetklieren en kliertjes van Montgomery, deze kliertjes houden de tepel vet en beschermen bovendien tegen ziektekiemen.
De eerste fase begint rond week 28-30 van je zwangerschap, ongeveer 12 weken voor de geboorte. Borsten beginnen dan colostrum af te scheiden en het borstvolume neemt door het vullen van de melkklieren met colostrum verder toe. Onder invloed van hormonen (progesteron in dit geval – later meer over hormonen) blijft de daadwerkelijke start van de melkproductie uit tot je kindje geboren is.
De tweede fase start na de geboorte van je placenta: het eerder genoemde hormoon progesteron daalt waardoor het hormoon prolactine toeneemt. De melkproductie komt dan meestal 2 tot 3 dagen na de geboorte goed op gang. Of je nu wel of geen borstvoeding geeft, onder invloed van hormonen gaan de borsten melk produceren. In de eerste dagen is dit nog colostrum, wat je herkent aan de goudgele kleur. De samenstelling verandert daarna geleidelijk naar rijpe moedermelk, en de kleur wordt dan meer blauwwit.
In deze fase – de eerste weken na de geboorte – is het super belangrijk om je baby vaak aan te leggen. Door vaak aan te leggen wordt de borst uiteindelijk gevoeliger voor prolactine, wat van belang is voor de hoeveelheid melk die geproduceerd kan worden.
Tot slot is de laatste fase het op gang zijn/in balans zijn van volwaardige melkproductie. Hier ontstaat het vraag-aanbodprincipe: hoe vaker je voedt, hoe meer melk je zal maken (en andersom). Het ‘leegdrinken’ van de borst houdt de melkproductie in stand. Tijdens het drinken van je baby aan je borst wordt oxytocine afgegeven, dit hormoon is belangrijk voor de zogeheten ‘toeschietreflex’. Door deze reflex worden de melkkliertjes geleegd en reageren deze door weer nieuwe melk aan te maken.
Als je baby aan de borst drinkt, masseert hij met zijn tong en kaken melk uit de melkkanalen. Ook stimuleert hij met deze beweging de zenuwen in de tepel en het tepelhof, welke een signaal doorgeven aan jouw hersenen. In je hersenen komen daarom de hormonen prolactine en oxytocine vrij.
Prolactine stimuleert de melkkliertjes om snel melk aan te maken, na de voeding gaat het aanmaken van deze melk op een lager pitje door. Op die manier is er bij een volgende voeding voldoende melk direct beschikbaar als je baby weer aan de borst gaat. Hoe ‘leger’ de melkkliertjes zijn, hoe sneller er melk wordt aangemaakt.
Oxytocine zorgt voor samentrekking van de spiercellen rondom de melkkliertjes en melkkanalen, zodat de melk vanuit hier gestuurd wordt naar de tepeluitgang en beschikbaar is voor je baby. Dit noemen we de toeschietreflex (zie ook de fases van lactogenese). Als reactie op deze toeschietreflex worden de melkkanalen wijder, als dit voorbij is krimpen ze weer. Niet iedere vrouw voelt de toeschietreflex, maar sommigen voelen dit juist heel sterk.
Zoals je ziet wordt je borstvoeding eigenlijk in stand gehouden zolang jouw baby drinkt, of dit nu direct aan de borst is of via afgekolfde moedermelk.
SubhanAllah, de perfectie waarin Allaah ﷻ ons heeft geschapen.. de hechting tussen moeder en kind wordt bovendien versterkt door middel van de borstvoeding. In het volgende deel meer hierover, en over het geboorterecht op borstvoeding vanuit de Islam, ان شاء الله.
Liefs, Yasmina van Amanah Care
LEEGVERKOOP: bestellen kan tot 31 december 2025! OP = OP. De huidige verwerkingtijd van bestellingen is 2 tot 5 werkdagen. Negeren